Wetenschapsforum

Goedenavond, ik ben een student die aan het studeren is voor een examen wiskunde. Hieronder vind u twee oefeningen terug die ik niet kan oplossen.

Oefening1
Een piloot vertrekt met zijn sportvliegtuig. Hij vliegt 4 uur met een constante snelheid
van 150 km/u een koers van 30° ten opzicht van het noorden (tegen de klok in). Daarna
verandert hij zijn koers in 130° en zijn snelheid in 125 km/u. Na 2 uur moet hij echter
een noodlanding maken.

1. Bepaal de richting waarin een reddingshelikopter van op het vliegveld moet
vertrekken. (Antw: 53°51'42'',5 t.o.v. het noorden).

2. Bereken de afstand die de reddingshelikopter moet afleggen. (Antw: 608,610 km).

Oefening2
Een vliegtuig vliegt in een verticaal vlak door de plaatsen A en B. De plaatsen A en B
bevinden zich op gelijke hoogte en op 2 km afstand van elkaar. De elevatiehoeken van
A en B bedragen 71°30' en 44°58'. Bepaal de hoogte van het vliegtuig. (Antw: 3000,4 m).

Alvast bedankt

oefening 1
1.sinusregel voor α
gevraagde hoek α+30°
2.cosinusregel voor de afstand AC

oefening2 Sinusregel voor afstand OA
hoogte h=OA.cos18,5°

Zou je oefening 1.1 eens kunnen uittypen aub? Want ik kom er nog niet echt wijs uit

Om de sinusregel 250/sinα= AC/sin80 te kunnen gebruiken om α te berekenen moet je eerst oefening 1.2 oplossen!
Lukt dat?