Wetenschapsforum

Ik vraag me af hoe je kunt weten/zien dat vermenigvuldigen met 2cos(pi/10) van ll en rl de truc is die hier moet worden toegepast om A te evalueren?

Het nut van de factor 2 is duidelijk, maar hoe kun je aan het begin weten dat je met cos π/10 moet vermenigvuldigen. Zomaar wat proberen lijkt me niet de bedoeling..

Ik vermoed dat het verband houdt met dat de hoeken veelvouden zijn van 6^o.
Dus zijn alle gon-verhoudingen uit te drukken in radicalen.
Door met de cos te vermenigvuldigen kom je steeds een veelvoud hoger tot je er eentje hebt die bekend is.

Zou er zelf niet opgekomen zijn, had ze gewoon bepaald en uitgerekend.

http://www.jdawiseman.com/papers/easyma ... n_cos.html

heeft er waarschijnlijk niets mee te maken maar ik wil toch even deze link doorgeven