Kan je misschien iets concreter zijn? Wat moet je kennen en wat snap je niet?
Abs en Int kunnen wel meerdere dingen zijn, maar abs zal waarschijnlijk de absolute waarde betekenen en Int mogelijk het dichtstbijzijnde geheel getal (of naar boven, naar onder, hangt er al van af...).
Ja het is moeilijk om te zeggen wat ik nu precies moet weten en wat niet, ik weet niet alles uit mn hoofd.
Ik moet leren over intervallen, die notaties dat snap ik niet helemaal en van dat 0=x>5 ofzo (voorbeeld) met dat kleiner en groter dan, het domein en bereik. En van die functies als bijvoorbeeld (x+5)(x-4)(x-1)(x+8 ) met heel veel haakjes. =) daarbij moet je dan alles keer alles doen toch? zoiets? bedankt
Wat je op het einde beschrijft klopt ja, je moet de haakjes dan gewoon overal distributief uitwerken. Het omgekeerde noemen we ontbinding in factoren of factorizeren.
Wat domein en bereik betreft, dat is vooral makkelijk uit te leggen aan de hand van voorbeelden, om de oefeningen te snappen toch.
Het domein zijn alle x-waarden waarvoor er een beeld is, dus waarvoor de functie gedefinieerd is.
Let hierbij onder andere op dat je niet mag delen door 0 en dat uitdrukking onder vierkantswortels niet negatief mogen worden.
Het bereik zijn alle y-waarden die "bereikt" worden, dus de verzameling van alle beeldwaarden.
ok, maar als je het domein niet weet kun je dus ook het bereik niet weten? en bij die notaties voor de intervallen, kun je < > gebruiken of [ ] bij welke geldt dat het cijfer niet meetelt dus bijvoorbeeld <0,7> geld hier dan dat het van 0 tot en met 7 loopt of van laatmaar zeggen 0.1 tot en met 0.69
