ik heb een aantal vragen (o.a.) over de c14 methode waar ik niet helemaal uit kan komen.
Hopelijk kan iemand mij daarmee helpen!!?? 
De vragen zijn:
1. wat is isotopenfractionering?
2. waarom moet bij de toepassing van de 14C methode de verandering in de verhouding 14C/12C bepaald worden?
3. 14C is radioactief en vervalt dus, maar in oud materiaal is de verhouding 14C/12C dus anders dan op het moment dat dit materiaal werd gevormd. Hoe omzeilt men dan deze moeilijkheid bij de toepassing van de 14C methode???
4. waarom is delta 13C van belang bij de verklaring van de ouderdom op basis van koolstof datering?
En het volgende is ook iets wat ik niet helemaal begrijp:
De 14C ouderdom van zeedieren wordt verkregen door de gemeten 14C ouderdom eerst te corrigeren voor isotopenfractionering en daarna het lokale 'mariene reservoir effect' er van af te trekken. Bij schelpen uit de noordelijke atlantische oceaan en zijn randzeeën wordt dat niet gedaan. De gemeten 14C ouderdom wordt zonder meer als de juiste beschouwd. Verklaar dat.
Waarom wordt die als de juiste beschouwd??
Alvast bedankt voor jullie hulp!!!
Zara
