Ik doe een cursus scheikunde, daarbij is een vraag waar ik niet uitkom. Misschien dat iemand me kan helpen.
Monochlooralkanen kan men bereiden door de reactie tussen een alkaan en chloor. Men wil 1-chloor-2,2-dimethylpropaan bereiden. Leg uit dat dan naast waterstofchloride en 1-chloor-2,2-ditmethylpropaan ook andere reactieproducten ontstaan.
Laatste berichten
-
22:09
Afgeleide 1
-
21:07
Casus uit de praktijk: positief test THC 21
-
18:01
tijdsduur 1
-
17:22
is er een 5e dimensie nodig voor gekromde ruimte-tijd? 12
-
14:53
Python: fout in programma om strings te vergelijken 12
-
13:36
geen minkowski-ruimte toch? Doe ik dit nou fout? 55
-
09:06
Bruine vlekken op treinaanwijzerbord 19
-
05 mei
Aardlek-schakelaar 43
-
05 mei
prijselasticiteit elektra 6
-
04 mei
hoektoename 14
-
04 mei
Sommatie reeks 3
-
04 mei
positie 3
-
03 mei
draadloze koptelefoon 2
-
03 mei
toevallige ontmoeting 7
-
03 mei
Straatklok loopt 5 minuten voor 18
-
03 mei
Berekening (stuur)motor
-
03 mei
Voynich manuscript ontcijferd? 2
-
02 mei
Electric(al) 2
-
02 mei
Gezocht: de/een naam voor een getallenrij met een cauchyrij als partieelsommenrij 1
-
02 mei
Muon 2
Nieuwsberichten
-
04 mar
Een nieuw soort magnetisme: altermagnetisme
-
31 okt
AI kan via stem diabetes vaststellen 11
-
21 okt
Einstein krijgt wéér gelijk 45
-
07 feb
witter dan wit 20
-
19 jun
irrigatie en de aardas
reactieproducten
Moderator: ArcherBarry
Forumregels
(Middelbare) school-achtige vragen naar het forum "Huiswerk en Practica" a.u.b.
Zie eerst de Huiswerkbijsluiter
(Middelbare) school-achtige vragen naar het forum "Huiswerk en Practica" a.u.b.
Zie eerst de Huiswerkbijsluiter
-
- Berichten: 3.145
Re: reactieproducten
Dit is een erg leuk voorbeeld. Alle H-atomen in 2,2-dimethylpropaan zijn gelijkwaardig. Het maakt niet uit welke van die atomen je vervangt door een chloor-atoom, je krijgt altijd 1-chloor-2,2-dimethylpropaan. Denk hier zelf even over na, waarom dat zo is. Graag verneem ik via een post in dit thread jouw uitleg.
Je kunt echter toch verschillende reactieproducten krijgen, want in het ontstane 1-chloor-2,2-dimethylpropaan kan nog best een tweede chlooratoom (of een derde, etc.) vervangen worden. Hierbij kun je echter wel zeer veel verschillende moleculen krijgen. Bij het tweede chlooratoom maakt het uit of het aan de zelfde koolstof is dat waterstof wordt vervangen of aan een ander koolstofatoom. Bij het derde koolstofatoom krijg je nog meer mogelijkheden, enz.
De reden waarom je dus toch andere reactieproduktien krijgt is dat de chlorering niet stopt bij 1 atoom.
Er is ook nog een andere reden waarom je andere stoffen krijgt. De reactie van chlorering van alkanen is een zgn. radicaal-keten reactie, waarbij chloormoleculen (door licht, of door warmte) worden opgesplitst in atomen.
Cl2 + energie --> 2Cl
Deze Cl-atomen zijn zeer reactief en reageren met een alkaan molecuul, in jouw geval:
C(CH3)4 + Cl --> (CH3)3C(CH2) + HCl
Dit molecuul, waarvan 1 H-atoom is afgepakt neemt veelal een chlooratoom op (het andere losse atoom). Echter er bestaat een kans dat twee van die moleculen elkaar tegenkomen en dan krijg je
2(CH3)3C(CH2) --> (CH3)3C-CH2-CH2-C(CH3)3
Er kunnen dus veel grotere moleculen ontstaan. In de praktijk is het aandeel van deze stof in de reactieprodukten niet groot, maar zeer zeker wel aantoonbaar.
Je kunt echter toch verschillende reactieproducten krijgen, want in het ontstane 1-chloor-2,2-dimethylpropaan kan nog best een tweede chlooratoom (of een derde, etc.) vervangen worden. Hierbij kun je echter wel zeer veel verschillende moleculen krijgen. Bij het tweede chlooratoom maakt het uit of het aan de zelfde koolstof is dat waterstof wordt vervangen of aan een ander koolstofatoom. Bij het derde koolstofatoom krijg je nog meer mogelijkheden, enz.
De reden waarom je dus toch andere reactieproduktien krijgt is dat de chlorering niet stopt bij 1 atoom.
Er is ook nog een andere reden waarom je andere stoffen krijgt. De reactie van chlorering van alkanen is een zgn. radicaal-keten reactie, waarbij chloormoleculen (door licht, of door warmte) worden opgesplitst in atomen.
Cl2 + energie --> 2Cl
Deze Cl-atomen zijn zeer reactief en reageren met een alkaan molecuul, in jouw geval:
C(CH3)4 + Cl --> (CH3)3C(CH2) + HCl
Dit molecuul, waarvan 1 H-atoom is afgepakt neemt veelal een chlooratoom op (het andere losse atoom). Echter er bestaat een kans dat twee van die moleculen elkaar tegenkomen en dan krijg je
2(CH3)3C(CH2) --> (CH3)3C-CH2-CH2-C(CH3)3
Er kunnen dus veel grotere moleculen ontstaan. In de praktijk is het aandeel van deze stof in de reactieprodukten niet groot, maar zeer zeker wel aantoonbaar.
