Definitie is: a is congruent met b modulo m, als je na deling dezelfde rest overhoud.
Als je deelt trek je altijd een geheel aantal keer de deler van je getal, totdat hetgeen wat overschiet (de rest dus) kleiner is dan je deler en groter dan nul.
Het eerste kan je ook zo lezen:
a is congruent met b modulo m
\(\iff \exists k,l \in \mathbb{Z}: a+km=b+lm\)
Dit is equivalent met de tweede definitie. Immers, neem a=q
am+r
a en b=q
bm+r
b(q en r zijn quotiënt en rest).
Dan krijg je:
\(r_a+q_am+km=r_b+q_bm+lm \iff r_a+(q_a+k)m=r_b+(q_b+l)m \iff r_a \equiv r_b\)
Wat dus die tweede definitie is (met de resten).
Merk op dat
\(q_a,k,q_b,l\)
allemaal geheel zijn. Als je dus rechterlid en linkerlid deelt door m wordt het quotient q
a+k en q
b+l, en de resten respectievelijk r
aen r
b. Nu bij modulo rekenen kijken we niet naar het quotient maar naar de rest! Dus we gooien die q
a+k en q
b+l weg en kijken ofdat r
a= r
b.
Als dit zo is noemen we a congruent met b modulo m.
Voorbeeld:
5+10*3=2+30*3 (mod 3)<=> 2+1*3+10*3=2+30*3 (mod 3)<=> 2+11*3=2+30*3 (mod 3) <=> 2=2 (mod 3).
Ga maar eens na, dan zie je het beter in.
Je leest maar niet verder want je, je voelt het begin van wanhoop.