ik zit weeral eens vast bij een opgave :
Zijn volgende uitspraken WAAR of VALS? Bewijs of geef een tegenvoorbeeld.
* Zij V een eindigdimensionale vectorruimte en
Ik zou van geeneen van de 3 kunnen zeggen of ze waar zijn of niet, wsl omdat het inzicht in de vraag ontbreekt
Bvd,
Dries
PS directe inwendige som: U1, ..., Uk deelruimten van V, dan is de som van de deelruimtes een directe inwendige som als elke vector uit V valt te schrijven als een unieke combinatie van U1, ..., Uk