Immuunassays

[Nolie]

Hallo,
 
In mijn cursus immunologie bespreken we verschillende immuunassay testen.
Bij elke test moet ik dan ook een schema opstellen dat als volgt gaat.
1. kwalitatief / kwantitatief
2. Direct / indirect test
3. gemerkt / niet gemerkt
- indien niet gemerkt dan stopt het schema
4. wanneer het wel gemerkt is zoja met welk enzym (EIA, RIA, FIA, LIA)
5. Homogeen (1 fase) of heterogeen (meerdere fases)
- indien homogeen stopt het schema
6. wanneer het heterogeen is competitief/niet competitief
- wanneer competitief altijd een directe detectie
7. wanneer niet competitief kan het ofwel directe of indirecte detectie zijn
 
Echter staat er in mijn crusus niets over wat directe of indirecte test betekent enkel dat een directe detectie voornamelijk de monoklonale AL zijn..
 
Iemand die soms ook dit schema kent en weet waarvoor punt 2 staat ?
 
Bedankt

[Kravitz]

Bij een directe methode bindt het antilichaam (met fluorofoor) rechtstreeks aan het antigen. Het grootste nadeel van deze methode is dat je dan éérst monoklonale antilichamen moet maken tegen je antigen (wat veel kost) en vervolgens die nog eens moet koppelen aan een fluorofoor (wat ook veel kost). Samengevat is dat dus een dure bedoening.
 
Indirecte detectie maakt gebruik van een monokloon antilichaam specifiek voor jouw antigen én een secundair antilichaam dat geconjugeerd is aan een fluorofoor. Als je het primaire antilichaam aanmaakt in bijv. muis dan kan je als secundair antilichaam gewoon een anti-muis gebruiken antilichaam gebruiken. Op die manier kan je het secundaire nog hergebruiken om een ander primair te herkennen dat ook aangemaakt werd in een muis.
 

direct-vs-indirect-immunofluorescence.jpg (16.71 KiB) 506 keer bekeken

 

Edit: zoals te zien in de figuur hoeft je secundair antilichaam zelfs niet monoklonaal te zijn. Als ieder secundair een ander stukje van het primair herkent krijg je een amplificatie van je signaal.