ik vind maar geen goed bewijs voor de volgende vraagstelling:
Ik kwam zo ver:In een pretpark wordt een nieuwe attractie gebouwd. Wagentjes volgen een bergachtig parcours met steile hellingen en nog steilere afdalingen (zonder loopings) om van een gelijkgrondse instapplaats A, 200m verderop aan een eveneens gelijkgronds eindpunt B uit te komen. Het hele parcours bevindt zich in één verticaal vlak tussen A en B (geen bochten). Toon aan dat het , wat de vorm van het parcours ook is, steeds mogelijk is een horizontale loopbrug van 100m lengte aan te leggen tussen twee punten van het parcours
f(x) geeft de hoogte aan van het parcours in functie van de afstand x. Nu moeten we eens x kunnen vinden zodat f(x)-f(x+100)=0
TB: [erbestaat]x[element][0,200]:f(x)-f(x+100)=0
Ik weet echter niet hoe het verder moet...
Alvast bedankt!
Stijn