De hoeveelheid DNA in een menselijke cel is belachelijk: 12 miljard basenparen! Ik heb wel eens gelezen dat het gestrekt bijna 2 meter lang zou zijn, maar wat daar precies van waar is weet ik niet. Wel kan je bedenken dat het over enorme moleculen gaat die al met al zo'n 30.000 genen bevatten. Die genen (en andere stukken DNA) moeten goed toegankelijk zijn voor de machinerie die het bewerkt (transcriptie bijvoorbeeld, vorming van -uiteindelijk- mRNA).
Je kan je dan ook wel voorstellen dat je dit spul goed geordend in een cel wil wegleggen zodat het geen snoer kerstlichtjes wordt dat je eerst een halve dag moet ontwarren voor je er wat mee kan. En daar komt methylering om de hoek.
Het methyleringspatroon op een stuk DNA heeft invloed op hoe het weggeborgen is, zie het als een filter voor wat wel en niet toegankelijk is voor de cel. Maar nogmaals: de werkelijke code van het DNA is onveranderd.
Een soortgelijk proces vindt plaats in een cel die teennagel wordt: die hoeft niet te weten wat hij nodig heeft om spier te worden en dus is dat laatste onderdrukt in die cel.
(ik weet dat ik hier waarschijnlijk op mijn kop krijg omdat het geen volledig antwoord is, maar op dit instapniveau is het een aardige vergelijking
)
Of course, the theory of relativity only works if you're going west.
-Calvin-