Naar aanleiding van:
Ikzelf schreef:een meerkeuzevraag:
twee ladingen bevinden zich op een afstand r van elkaar. Lading 2 is vijf maal groter ddan lading 1 Dan is
a) de kracht van 2 op 1 vijf maal groter dan de kracht van 1 op 2
b)de kracht van 1 op 2 vijf maal groter dan de kracht van 2 op 1
c)de kracht van 1 op 2 even groot als de kracht van 2 op 1
d) de krachten zijn niet te vergelijken als je de afstand niet kent
e) er maar iets over de krachten te vertellen als zowel de ladingen als de afstand gekend zijn.
Aadkr schreef (en wordt hierin door anderen bijgevallen):Eigenlijk kun je niet spreken van de kracht van de een op de ander en van de ander op de een. Die kun je eigenlijk niet los van elkaar zien.
WIKI :
Het woord kracht staat hier niet per ongeluk in het enkelvoud.De wet van Coulomb, genoemd naar de Franse natuurkundige Charles-Augustin de Coulomb, beschrijft de kracht die twee elektrische ladingen op elkaar uitoefenen. Als de ladingen beide positief zijn, of beide negatief, oefenen zij een afstotende kracht op elkaar uit. Zijn hun tekens tegengesteld, dan is de kracht een aantrekking.
Ik vind dat deze twee meningen fundamenteel verschillen, hoewel het eindresultaat (via truukjes misschien) gelijk is. Laten we als voorbeeld nemen de maan en de aarde (en we vergeten even de rest van het heelal) Elk heeft een eigen gravitatieveld. De aarde heeft een 80 x grotere massa dan de maan. We mogen dan ook stellen dat het aardse gravitatieveld op enige afstand 80 x groter is dan het maanse. Van kracht van aarde op maan en v.v, en dus bij elkaar optellen is echter geen sprake. Dat blijkt wel, want anders zouden we van maan en aarde de massa's bij elkaar moeten optellen om tot een totale gravitatiekracht te komen. Echter, we vermenigvuldigen beide met elkaar in Newton's beroemde formule:Als je 2 elektrische puntladingen hebt; (laten we zeggen q1 en q2), dan is het altijd zo dat de elektr. kracht die q1 uitoefent op q2 altijd even groot is als de kracht die q2 uitoefent op q1.
Dit komt omdat de derde wet van Newton geldt voor twee puntladingen.
Deze wet luidt:
Als je 2 verschillende voorwerpen hebt, ( A en B) en A oefent een kracht uit op B, dan zal B een evengrote kracht uitoefenen op A . De twee krachten hebben dezelfde werklijn, en zijn tegengesteld gericht. Ook zijn de 2 krachten van dezelfde soort.