Marko schreef:
(brood)nodige nuance
..//..
Paul Drijvers, hoogleraar didactiek van de wiskunde:
Vreemd dat die Paul Drijvers hier zo gaat zitten nuanceren: zijn eigen Freudenthal Instituut doet het tegendeel van nuanceren, daarvandaan komt àlles wat op de basisscholen met "realistisch rekenen" te maken heeft.
En daaraan voegt hij nog toe:
Drijvers wil graag nog gezegd hebben dat veel van de kritiek die het Freudenthal Instituut de afgelopen jaren heeft gekregen, wat hem betreft niet terecht was. „Wij hebben de uitwerking van de theorie van het realistisch rekenen in de praktijk niet in de hand. Ik zie in lesboeken tal van context- en verhaaltjessommen die ook wat mij betreft onzinsommen zijn.”
Zoals te doen gebruikelijk bij èlke onderwijsvernieuwing, als die mislukt dan wordt door de bedenkers gewezen naar de werkvloer die de vernieuwende ideeën niet goed toepast. Als onderdeel van die werkvloer pas ik voor die spreekwoordelijke zwarte Piet, die overigens ook elders in het artikel impliciet in mijn richting geschoven wordt:
Als er één ding blijkt uit al die onderzoeken, dan is het dat de leraar doorslaggevend is voor het succes van welke methode dan ook.”
Zo ken ik er nog wel een paar.
De bewering dat leraren mede debet zijn aan die mislukking is overigens in zoverre gegrond dat decennialang rekenen een ondergeschoven kindje op de PABO is geweest. Dat helpt niet mee. Daarnaast geldt dat de jongere generatie basisschoolonderwijzers in hun eigen basisschooljaren grotendeels alleen met dat realistisch rekenen bezig is geweest. Met die twee gegevens samen vraag ik me af hoeveel procent van wat daar momenteel voor de klas staat een dikke voldoende voor een havo/vwo rekentoets zou halen. Dat is bij mijn weten nog nooit onderzocht, maar de uitkomst zou schokkend kunnen zijn. Dat kan overigens ook verklaren dat juist de laatste 10-15 jaar de beheersing van dat rekenen zo achteruit gehold is. De generatie die het allemaal zelf nog wel kon en dus hun leerlingen òndanks de methode nog wel wat konden leren is intussen met pensioen.
Aangezien de rekentoets, met realistisch-rekenenvragen, 90% zakkers oplevert, blijkt realistisch rekenen niet te werken. En dat zou er dus wel eens aan kunnen liggen dat er nu realistische rekenaars voor de klas staan. En zo snijden die nuanceringen toch echt wel heel diep in die aanpak.
Verder is onduidelijk wat in dat artikel wordt verstaan onder "vaardigheden". Feit is dat in het realistisch rekenen, met of zonder breuken, automatiseren wordt gemeden als de pest. Dus vaardigheid en automatiseren kunnen haast niet synoniem zijn. Een 15-jarige leerling die al zijn rekenkracht nodig heeft voor "24:6" kan ik slechts met de grootste moeite een lineaire vergelijking leren oplossen. Want tegen de tijd dat die 24:6 opgelost is, is hij de draad kwijt van wat die 4 dan aan zijn vergelijking verandert. En hoe je het ook wendt of keert, kilometers maken met staartdelingen en breuken automatiseert dat wel.
Overigens geef ik, al was het maar qua getalgrootte, ruimschoots de voorkeur aan de meta-onderzoeken van die Hattie die ook in dat NRC-artikel worden aangehaald.