Allereerst: ik zie niet wat die drie vragen van doen hebben met
"de geschiedenis van polymeerchemie".
Bovendien:
Waarom doet men meer onderzoek naar polymeren dan naar metalen?
Is dat werkelijk zo?
Er wordt wel degelijk veel onderzoek gedaan naar metaallegeringen om hun sterke bij hoge temperatuur, weerstand tegen vermoeiing en kruip, corrosiebestendigheid, et cetera, te verbeteren.
Onzinnige vraag naar mijn mening.
Hoe/waarom is men de voorstelling van polymeren gaan vereenvoudigen?
Ik heb geen idee wat met die vraag bedoeld wordt. Ook onzinnige vraag naar mijn mening.
Welke grondstoffen worden heden ten dage gebruikt bij het vervaardigen van kunststoffen?
Dat hangt af van het type polymeer wat gemaakt moet worden.
PE en PVC worden gemaakt met ethyleen, wat gemaakt wordt door het kraken van vooral nafta maar ook LPG of ethaan.
PP wordt gemaakt uit propyleen wat een belangrijk bijproduct is bij de productie van ethyleen in een kraker.
Butadieen uit zo'n kraker is een grondstof voor rubber.
Aromaten zoals benzeen, tolueen, xyleen, ethylbenzeen, styreen, zijn ook een belangrijke grondstof voor bepaalde polymeren. PS (piepschuim) is bijvoorbeeld een polymeer van styreen.
Die aromaten worden gemaakt uit aardoliefracties uit een raffinaderij of zware bijproducten uit een naftakraker die door verdere behandeling de gewenste grondstoffen opleveren.
En zo kunnen we nog wel even doorgaan want er zijn vele verschillende polymeren en dus vele verschillende grondstoffen.
Het internet staat vol met info over alle polymeren en hun grondstoffen, maar om echt goede info te vinden moet je natuurlijk wel in het
Engels googlen.