Misschien ter aanvulling op Margriet:workinghard schreef: ↑za 12 jun 2021, 11:46Stel ik heb CH3COO- en HCl en ik voeg NaOH toe, dan heb ik in mijn oplossing volgende ionen:
CH3COO- CH3COOH, H+ Cl- Na+ en OH-
de OH- zal reageren met H+ ter vorming van water denk ik, wat gebeurt er nog verder? Ik vind dit zo verwarrend omdat CH3COOH +H2O <=> CH3COO- + H3O+ een evenwichtsreactie is en hier heb je CH3COO- en H+ ionen in de oplossing. Reageren deze 2 met mekaar ter vorming van CH3COOH of hoe werkt dat dan?
CH3COOH +H2O CH3COO- + H3O+ is inderdaad een evenwichtsreactie. En CH3COOH is een zwak zuur dus dat evenwicht ligt sterk links. Dat betekent dat als je CH3COOH en H2O bij elkaar doet, ze maar een heel klein beetje met elkaar zullen reageren.
Je kunt het evenwicht ook andersom opschrijven:
CH3COO- + H3O+ CH3COOH + H2O
De betrokken deeltjes zijn immers precies hetzelfde. En een evenwich betekent dat stoffen de ene kant op kunnen reageren, maar dat de gevormde producten ook weer met elkaar kunnen reageren en de oorspronkelijke stoffen kunnen vormen. Als A en B in evenwicht zijn met C en D, dan zijn C en D ook in evenwicht met A en B.
Alleen als je het evenwicht omgekeerd opschrijft, dan wordt wat links staat rechts en omgekeerd. Dus het evenwicht dat hierboven staat, ligt per definitie heel sterk rechts.
En dat betekent dat als je CH3COO- en H3O+ bij elkaar doet, die stoffen vrijwel volledig met elkaar zullen reageren tot CH3COOH en H2O, want pas als ze vrijwel volledig weg zijn gereageerd is er sprake van evenwicht.
Zo is ook de vuistregel: een zwakke base met een sterk zuur, geeft een aflopende reactie. En bij die aflopende reactie worden de oorspronkelijke stoffen dus volledig omgezet in andere stoffen.
Kijk met die kennis nog eens naar de vragen van Margriet.