De eigen tijd, wat dat ook zijn mag. Dit laatste omdat in het dagelijkse taalgebruik het begrip tijd juist niet eigen tijd is. Tijd is daarbij een begrip dat vaak relateerd wordt aan een veelheid van ritme's, gebeurtenissen vandaar het algemene karakter van een uitspraak als "wat gaat de tijd snel".
Of het relateerd zoals in de fysica aan een bepaald exact ritme. Bijvoorbeeld het ritme waarmee de aarde om zijn as draait en om de zon of het ritme van een (cesium)klokje. Gebruik je het begrip tijd op die manier dan is er geen sprake van het langzamer of sneller gaan van de tijd omdat het ritme van een specifieke klok of het het ritme van de zon dát specifieke ritme blijft.
Twee mensen waarvan één vertrekt voor een ruimtereis op het moment dat de zon net opkomt zullen bij terugkeer kunnen constateren (opnieuw aan de hand van de zon) dat het (heel exact) bijvoorbeeld tweehonderd dagen geleden is dat ze afscheid namen.
Ik weet heel goed dat de tijd (liever de seconde) fysisch niet gedefinieerd wordt als deel van een dag maar dan nog; een uitspraak als de tijd gaat dan en dan sneller heeft een soort universele pretentie terwijl een klok ongeacht wat voor klok maar één van de vele fenomenen is en het tikken van de ene cesiumklok is een ander fenomeen dan het tikken van een andere cesiumklok.
Het idee dat de tijd langzamer of sneller gaat lopen is gebaseerd op de aanname dat twee klokken, de één in het ruimteschip en de andere die op aarde blijft identiek zijn. Het ritme van de klokken verschilt echter en dus zijn het twee verschillende klokken.
Een klok heeft (anders dan de zon) een geheugen,houdt de tel bij en bij vergelijking van de twee zogenaamd identieke klokken na de ruimtereis zie je ook dat ze niet identiek meer zijn en het dus in de tussentijd ook niet waren. Je meet dan "de tijd" met twee niet -helemaal - identieke ritme's. Op basis daarvan dan zulke metafysische uitspraken doen is dan absurd.
Het zit ook in de definitie van de seconde : Wikipedia :
De seconde is de internationale standaardeenheid van tijd. Zij is gedefinieerd als de duur van 9.192.631.770 perioden van de straling die correspondeert met de overgang tussen de twee hyperfijn energieniveaus van de grondtoestand van cesium-133.
De vraag is hierbij onder welke omstandigheden? waar? Welke cesiumklok?
Deze definitie verbreekt eerst elke relatie tussen tijd en ruimte (elke cesiumklok is ook deel van de ruimtetijd) en op basis van deze - dus vage- definitie en het idee dat er twee identieke klokken bestaan worden dan deze uitspraken gedaan.
Daarom is zeggen dat het ritme van een cesiumklok versneld of vertraagd wordt goed te volgen, ook gevoelsmatig. De uitspraak dat dit duidt op het langzamer of sneller gaan van de tijd is echter een metafysische uitspraak en ik ben het dus helemaal met John Nash eens, het begrip ritme is in dit verband gewoon een beter - want minder verwarrend - woord om te gebruiken dan het begrip tijd of "eigentijd".