Usually, however, interest is compunded ore frequently, say, n times a year. Then in each compunding period the interest rate is r/n and there are nt compounding periods in t years, so the value of the interest is P(1+r/n)^(nt).
Dit klopt toch echt niet.
Als je 10.000 euro op een spaarrekening stort waar je 20% rente per jaar krijgt, en ze keren om de 6 maanden (dus 2x per jaar) uit, krijg je na een half jaar geen 20%/2 = 10% (1000 euro), maar 9.54% (945.45 euro). En na het volgende halve jaar krijg je 9.54% van 10945.45 euro = 1045.55 euro.
In theory, there's no difference between theory and practice. In practice, there is.
Zijn limietgeval (dus met e^) is als de groei op ieder moment een factor r van het totaal per tijdseenheid is.
Dus een differentiaalvergelijking y' = r pi.gif y
Dat is ook gewoon exponentiële groei, maar niet met diezelfde factor r per tijdseenheid, zoals bij rente en samengestelde interest (ongeacht hoevaak deze wordt uitgekeerd) wel het geval is.
Als hij iets anders bedoelt ben ik erg benieuwd!
In theory, there's no difference between theory and practice. In practice, there is.