Moderators: ArcherBarry, Fuzzwood
-
- Berichten: 3.963
(Herkomst: toelatingsexamen 2000)
75) Een belangrijke factor in het menselijk bloed die mede helpt om de pH van het bloed constant te houden binnen een gebied tussen 7,35 en 7,45 is het feit dat waterstofcarbonaat en koolzuur (H2CO3) in bloed optreden als zuur-base buffer.
Gegeven: pKz-waarde van het koppel HCO3-/H2CO3 = 6,2
Het concept buffer kan worden geïllustreerd door een eenvoudige titratie. Welk van de onderstaande vier grafieken is de juiste weergave van de pH-verandering in functie van het volume toegevoegde HCl, wanneer 100ml van een 0,1 mol/liter NaHCO3 oplossing in water getitreerd wordt met 1 mol/liter HCl?
Verborgen inhoud
Antwoord A.
Stel een vraag over deze oefening.
"Success is the ability to go from one failure to another with no loss of enthusiasm" - Winston Churchill
-
- Berichten: 3.963
(Herkomst: toelatingsexamen 2000)
76) Witte verf bevatte vroeger een mengsel van de loodverbindingen Pb(OH)2 en PbCO3. Echter, omdat lood zo toxisch is voor de mens, werkt men vandaag vooral met titaan(IV)oxide om verf wit te maken. Deze verbinding wordt uit het erts ilmeniet (FeTiO3) gewonnen door het erts te behandelen met dichloorgas en koolstof, zoals blijkt uit de volgende niet gebalanceerde reactievergelijking:
a FeTiO3 + b Cl2 + c C xFeCl2 + y TiO2 + z CO2
Welke is de juiste waarde voor de stoichiometrische factor y, na volledige balancering van deze reactievergelijking?
- 1
- 2
- 3
- 4
Verborgen inhoud
Antwoord B.
Stel een vraag over deze oefening.
"Success is the ability to go from one failure to another with no loss of enthusiasm" - Winston Churchill
-
- Berichten: 3.963
(Herkomst: toelatingsexamen 2000)
77) Gegeven zijn de molecuulmassa's:
[i][/i]
| ijzer(III)chloride | | 162 |
| ijzer(III)hydroxide | | 107 |
| natriumhydroxide | | 40,0 |
Wanneer ijzer(III)chloride met natriumhydroxide vermengd wordt slaat het onoplosbare ijzer(III)hydroxide neer; de reactie mag als aflopend beschouwd worden.
Men mengt 3,24g ijzer(III)chloride met 4,00g natriumhydroxide.
Welke massa ijzer(III)hydroxide slaat neer?
- 1,07g
- 2,14g
- 3,57g
- 7,24g
Verborgen inhoud
Antwoord B.
Stel een vraag over deze oefening.
"Success is the ability to go from one failure to another with no loss of enthusiasm" - Winston Churchill
-
- Berichten: 3.963
(Herkomst: toelatingsexamen 2000, inhoudelijk voor dit forum aangepast.)
78) Men borrelt waterstofchloridegas door 20 liter van een waterige natriumhydroxideoplossing met pH 12 tot de pH van de resulterende oplossing 11 bedraagt.
Wat is het volume gas dat onder standaardvoorwaarden in de oplossing moet opgenomen worden?
- 2,2 liter
- 4,4 liter
- 45 liter
- De dichtheid van het gas moet gekend zijn om tot een oplossing te komen.
Verborgen inhoud
Antwoord B.
Stel een vraag over deze oefening.
"Success is the ability to go from one failure to another with no loss of enthusiasm" - Winston Churchill
-
- Berichten: 3.963
(Herkomst: toelatingsexamen 2000)
79) In zuur midden wordt kaliumchromaat (K2CrO4) omgezet in kaliumdichromaat (K2Cr2O7). Hoeveel elektronen worden bij dit proces uitgewisseld?
- Het chromaation neemt 2 elektronen op.
- Het chromaaton neemt 6 elektronen op.
- Er worden 6 elektronen vrijgemaakt uit het chromaation.
- Nul elektronen, want dit is geen redoxreactie.
Verborgen inhoud
Antwoord D.
Stel een vraag over deze oefening.
"Success is the ability to go from one failure to another with no loss of enthusiasm" - Winston Churchill
-
- Berichten: 3.963
(Herkomst: toelatingsexamen 2001)
80) Je wil 1 liter van een 0,01 M oplossing van glucose (C6H12O6) bereiden, door een geschikt volume van een meer geconcentreerde oplossing over te brengen in een maatkolf van 1,0 liter en dit met water aan te lengen tot aan de ijkstreep. Hoeveel milliliter van een 0,500 M glucoseoplossing zal je hiervoor gebruiken?
- 1,8 mL
- 20 mL
- 36 mL
- Men moet de dichtheid van de geconcentreerde oplossing kennen.
Verborgen inhoud
Antwoord B.
Stel een vraag over deze oefening.
"Success is the ability to go from one failure to another with no loss of enthusiasm" - Winston Churchill
-
- Berichten: 3.963
(Herkomst: toelatingsexamen 2001)
81) Een reactieproces wordt vaak geoptimaliseerd door een katalysator in te zetten. Welke van onderstaande beweringen vertolkt correct de werking van een katalysator?
- De reactieopbrengst wordt verhoogd.
- De reactiesnelheid is niet langer afhankelijk van de temperatuur.
- De reactie gaat sneller.
- Het reactie-evenwicht ligt gunstiger.
Verborgen inhoud
Antwoord C.
Stel een vraag over deze oefening.
"Success is the ability to go from one failure to another with no loss of enthusiasm" - Winston Churchill
-
- Berichten: 3.963
(Herkomst: toelatingsexamen 2001)
82) Het element chloor komt in de natuur voor als een mengsel van twee isotopen, één met 18 neutronen in de kern en één met 20 neutronen. Welk van onderstaande beweringen is FOUT?
- Het aantal protonen in een atoomkern is steeds gelijk aan het aantal neutronen.
- Het massagetal van een kern stemt overeen met de som van het aantal protonen en neutronen.
- Natuurlijk chloor bevat ongeveer drie keer meer van het isotoop met 18 neutronen.
- Een neutraal atoom van het chloorisotoop met 18 neutronen bevat 17 elektronen.
Verborgen inhoud
Antwoord A.
Stel een vraag over deze oefening.
"Success is the ability to go from one failure to another with no loss of enthusiasm" - Winston Churchill
-
- Berichten: 3.963
(Herkomst: toelatingsexamen 2001)
83) Welke pH meet men bij 25°C in een beker die 10,0 liter zuiver water bevat waarin 10,0mg van een monoprotisch sterk zuur met molecuulmassa 100 opgelost wordt?
- 4,0
- 5,0
- 6,0
- 7,0
Verborgen inhoud
Antwoord B.
Stel een vraag over deze oefening.
"Success is the ability to go from one failure to another with no loss of enthusiasm" - Winston Churchill
-
- Berichten: 3.963
(Herkomst: toelatingsexamen 2001)
84) Onderstaande figuur geeft de pH van een oplossing in functie van het toegevoegde volume titreermiddel (titratiecurve). Het punt E stemt overeen met het equivalentiepunt.
Om welk van de volgende titratietypes gaat het?
- Een sterk zuur wordt getitreerd met een sterke base.
- Een zwak zuur wordt getitreerd met een sterke base.
- Een sterke base wordt getitreerd met een sterk zuur.
- Een zwakke base wordt getitreerd met een sterk zuur.
Verborgen inhoud
Antwoord D.
Stel een vraag over deze oefening.
"Success is the ability to go from one failure to another with no loss of enthusiasm" - Winston Churchill
-
- Berichten: 3.963
(Herkomst: toelatingsexamen 2001)
85) Men vermengt welbepaalde concentraties aan stikstof en zuurstof en meet de reactiesnelheid v van de volgende reactie:
2 NO(g) + O2(g) 2 NO2(g)
Als men bij dezelfde temperatuur de ingezette concentratie aan NO verdubbelt blijkt deze de reactiesnelheid met een factor 4 te verhogen; als zowel de NO-concentratie als de O2-concentratie verdubbeld worden gaat de reactie 8 keer sneller.
Welke van onderstaande vergelijkingen vertolkt de concentratie-afhankelijkheid van de reactiesnelheid voor deze reactie?
-
\(v = k \cdot [NO]^2 \cdot [O_2]\)
-
\(v = k \cdot [NO]^2 \cdot [O_2]^2\)
-
\(v = k \cdot [NO] \cdot [O_2]^2\)
-
\(v = k \cdot [NO] \cdot [O_2]\)
[/b][/i]
Verborgen inhoud
Antwoord A.
Stel een vraag over deze oefening.
"Success is the ability to go from one failure to another with no loss of enthusiasm" - Winston Churchill
-
- Berichten: 3.963
(Herkomst: toelatingsexamen 2001)
86) Beschouw een evenwichtsysteem in de gasfase gekenmerkt door de reactie:
4 NH3(g) + 5 O2(g) 4 NO(g) + 6 H2O(g)
Aan de ballon die dit evenwichtsmengsel bevat voegt men bij constante temperatuur één mol NO toe.
Wat is de invloed van deze toevoeging?
- Het evenwicht wordt niet beïnvloed.
- De hoeveelheid O2 stijgt met 1,25 mol.
- De hoeveelheid H2O vermindert.
- Er komt 1,25 mol H2O bij.
Verborgen inhoud
Antwoord C.
Stel een vraag over deze oefening.
"Success is the ability to go from one failure to another with no loss of enthusiasm" - Winston Churchill
-
- Berichten: 3.963
(Herkomst: toelatingsexamen 2001)
87) In een gesloten recipiënt van 1 liter brengt men 0,5 mol N2 en 0,8 mol H2. Hierna stelt er zich een evenwicht in volgens de vergelijking: N2(g) + 3 H2(g) 2 NH3(g)
De evenwichtsconcentratie aan ammoniak bedraagt 0,2 mol per liter. Wat is de evenwichtsconcentratie aan H2?
- 0,4 mol/L
- 0,5 mol/L
- 0,6 mol/L
- De evenwichtsconcentratie voor de reactie bij de beschouwde temperatuur moet gekend zijn.
Verborgen inhoud
Antwoord B.
Stel een vraag over deze oefening.
"Success is the ability to go from one failure to another with no loss of enthusiasm" - Winston Churchill
-
- Berichten: 3.963
(Herkomst: toelatingsexamen juli 2002)
88) Een van de koolstofisotopen is 14C. Welke van de volgende beweringen is juist?
- Een 14C-atoom bevat evenveel protonen als neutronen.
- In een neutraal 14C-atoom bedraagt de som van protonen en elektronen 14.
- Het meest voorkomend koolstofisotoop is 13C
- Het 14C-atoom bevat 8 neutronen.
Verborgen inhoud
Antwoord D.
Stel een vraag over deze oefening.
"Success is the ability to go from one failure to another with no loss of enthusiasm" - Winston Churchill
-
- Berichten: 3.963
(Herkomst: toelatingsexamen juli 2002)
89) 12,5mL van een 12M HCl oplossing wordt in een kolf met zuiver water aangelengd tot 250mL. Wat is de concentratie van die oplossing?
- 0,0375M
- 0,15M
- 0,60M
- Met deze gegevens is de concentratie niet te bepalen.
Verborgen inhoud
Antwoord C.
Stel een vraag over deze oefening.
"Success is the ability to go from one failure to another with no loss of enthusiasm" - Winston Churchill
