Moderators: ArcherBarry, Fuzzwood
-
- Berichten: 10.179
(Herkomst: toelatingsexamen juli 2002)
50) Gegeven is de vergelijking van een bepaalde kromme: \(xy + x - 2y - 1 = 0\)
. Hoeveel bedraagt de afgeleide y in een punt van deze kromme voor
\(x=3\)
?
- -1
- 0
- 1/2
- 1
[/i]
Verborgen inhoud
Antwoord D.
Stel een vraag over deze oefening.
-
- Berichten: 10.179
(Herkomst: toelatingsexamen augustus 2002)
51) Beschouw de grafiek van de veeltermfunctie \(f: x \mapsto y(x) = -2 x^3 + 5 x^2 + 4x + 5\)
. Welke van de volgende beweringen is juist?
- Voor
\(x = \frac{5}{6}\)
vertoont ze een relatief minimum.
- Voor
\(x = -\frac{1}{3}\)
vertoont ze een relatief maximum.
- Voor
\(x = \frac{5}{2}\)
vertoont ze een relatief maximum.
- Voor
\(x = 2\)
vertoont ze een relatief maximum.
[/b][/i]
Verborgen inhoud
Antwoord D.
Stel een vraag over deze oefening.
-
- Berichten: 10.179
(Herkomst: toelatingsexamen augustus 2002)
52) Als \(8 x^4 + 10 x^3 - 7p x^2 - 5q x + 9r\)
deelbaar is door
\(4 x^3 + 7 x^2 - 21 x - 18\)
, dan is
\(p + q + r\)
gelijk aan
- 12
- 13
- 14
- 15
[/i]
Verborgen inhoud
Antwoord A.
Stel een vraag over deze oefening.
-
- Berichten: 10.179
(Herkomst: toelatingsexamen augustus 2002)
53) Welke van de volgende waarden voor x voldoet aan de vergelijking \(4 \cos^2(4x - 30°) = 3?\)
- -40°
- -30°
- 30°
- 40°
[/i]
Verborgen inhoud
Antwoord B.
Stel een vraag over deze oefening.
-
- Berichten: 10.179
(Herkomst: toelatingsexamen augustus 2002)
54) In een studie naar ABO bloedgroepen werden 6000 mensen getest. Bij 607 werden antigenen A en B gevonden; 2527 personen waren positief voor antigen A; 2234 personen waren negatief voor antigen B. Hoeveel personen waren negatief voor beide antigenen ?
- 11 %
- 16 %
- 21 %
- 31 %
Verborgen inhoud
Antwoord D.
Stel een vraag over deze oefening.
-
- Berichten: 10.179
(Herkomst: toelatingsexamen augustus 2002)
55) De oppervlakte van een figuur wordt begrensd door de parabool \(y = x^2 - 2x\)
en de rechte
\(y = 2x\)
. Hoe groot is deze oppervlakte?
- 17/6
- 32/3
- 73/6
- 119/3
[/i]
Verborgen inhoud
Antwoord B.
Stel een vraag over deze oefening.
-
- Berichten: 10.179
(Herkomst: toelatingsexamen augustus 2002)
56) Als \(f(x) = x^2 - x\)
dan kan men aantonen dat
\(f(x+1)\)
gelijk is aan
-
\(-f(-x)\)
-
\(-f(x)\)
-
\(f(-x)\)
-
\(f(x)\)
[/b][/i]
Verborgen inhoud
Antwoord C.
Stel een vraag over deze oefening.
-
- Berichten: 10.179
(Herkomst: toelatingsexamen augustus 2002)
57) Eerste bewering:
de vergelijking \(y = 6 x - x^2\)
stelt een parabool voor met top
\((3, 9).\)
Tweede bewering:
de vergelijking
\(x^2 + y^2 - 10 x + 16 y = 0\)
stelt een cirkel voor met straal
\(3.\)
- Beide beweringen zijn juist.
- Enkel de eerste bewering is juist.
- Enkel de tweede bewering is juist.
- Beide beweringen zijn onjuist.
[/i]
Verborgen inhoud
Antwoord B.
Stel een vraag over deze oefening.
-
- Berichten: 10.179
(Herkomst: toelatingsexamen augustus 2002)
58) Een bioloog heeft bij een experiment met muizen een voedselmengsel nodig dat, buiten andere stoffen, bestaat uit 28g proteïnen, 7g vet, 15g vocht. Hij beschikt over 3 mengsels met volgende samenstellingen
<table cellpadding="0" cellspacing ="0" border="1" class="bbc">[tr][td] [/td][td]Proteïne (%)[/td][td]Vet (%)[/td][td]Vocht (%)[/td][/tr][tr][td]Mengsel 1[/td][td]20[/td][td]0[/td][td]10[/td][/tr][tr][td]Mengsel 2[/td][td]20[/td][td]10[/td][td]20[/td][/tr][tr][td]Mengsel 3[/td][td]30[/td][td]10[/td][td]10[/td][/tr]</table>
Welke van de volgende hoeveelheden van mengsel 3 moet de bioloog gebruiken om, in combinatie met gepaste hoeveelheden van mengsel 1 en 2, het gevraagde voedselmengsel te bekomen?
- 30g
- 40g
- 50g
- 60g
[/i]
Verborgen inhoud
Antwoord B.
Stel een vraag over deze oefening.
-
- Berichten: 10.179
(Herkomst: toelatingsexamen augustus 2002)
59) De waarde van \(\int_{0}^{\pi} \sin^2(x) dx\)
is
-
\(- \pi\)
-
\(- \frac{\pi}{2}\)
-
\( \frac{\pi}{2}\)
-
\(\pi\)
[/b][/i]
Verborgen inhoud
Antwoord C.
Stel een vraag over deze oefening.
-
- Berichten: 10.179
(Herkomst: toelatingsexamen augustus 2002)
60) Beschouw de kromme \(x^2 y + 3 y - 4 = 0\)
. De waarde van de afgeleide
\(y'\)
in een punt van de kromme met
\(x = 3\)
is
- -1/6
- 0
- 1/6
- 1
[/i]
Verborgen inhoud
Antwoord A.
Stel een vraag over deze oefening.
-
- Berichten: 10.179
(Herkomst: toelatingsexamen juli 2008)
61) Je hebt een doos met 7 gele ballen en 3 blauwe ballen. Je trekt hieruit twee ballen tegelijk. Wat is dan de kans dat je een gele en blauwe bal trekt?
- 1/3
- 2/3
- 7/15
- 3/7
Verborgen inhoud
Antwoord C.
Stel een vraag over deze oefening.
-
- Berichten: 10.179
(Herkomst: toelatingsexamen juli 2008)
62) Gegeven zijn \(f_1: y=x-1\)
en
\(f_2: y = -2x + 14.\)
Wat is de oppervlakte van de driehoek die begrensd wordt door deze twee functies en de x-as?
- 14
- 12
- 10
- 8
[/i]
Verborgen inhoud
Antwoord B.
Stel een vraag over deze oefening.
-
- Berichten: 10.179
(Herkomst: toelatingsexamen juli 2008)
63) Welke waarde voor x is een oplossing van de (goniometrische) vergelijking \(\cos^2(3x + 75°) = 1?\)
- 325°
- 305°
- 335°
- 315°
[/i]
Verborgen inhoud
Antwoord C.
Stel een vraag over deze oefening.
-
- Berichten: 10.179
(Herkomst: toelatingsexamen juli 2008)
64) Als \(0 \leq x \leq 1\)
, dan kan
\(1 + \frac{x}{2}\)
goed benaderd worden door
\(\sqrt{1 + x}\)
. In welk van volgende intervallen ligt de maximale fout die bij deze benadering gemaakt wordt?
-
\([0,06; 0,07[\)
-
\([0,07; 0,08[\)
-
\([0,08; 0,09[\)
-
\([0,09; 0,10[\)
[/b][/i]
Verborgen inhoud
Antwoord C.
Stel een vraag over deze oefening.