Oplosbaarheid
Moderators: ArcherBarry, Fuzzwood
-
- Berichten: 1
Oplosbaarheid
Dit is een vraag uit het ccvx van 2010
Volgens de toelichting bij tabel 45a in BINAS is een zout matig oplosbaar wanneer in 1,0
liter water minder dan circa 0,1 mol, maar meer dan circa 0,01 mol van het zout oplost.
Calciumhydroxide, Ca(OH)2 , is een matig oplosbaar zout. De verzadigde oplossing van dit
zout in water heet kalkwater en wordt veel als reagens gebruikt. Voor het maken van
kalkwater overgiet men een schep calciumhydroxide met water; de witte suspensie die
ontstaat ("kalkmelk") wordt vervolgens geschud en gefiltreerd.
a. Geef de vergelijking volgens welke calciumhydroxide oplost in water.
Ca(OH)2(s) Ca2+(aq) + 2OH─(aq)
b. Bereken met behulp van tabel 46 hoeveel mol calciumhydroxide maximaal oplost in
1,0 L water.
Ks = [Ca2+].[OH-]^2= 4,7.10^-6
Stel x mol lost op: x. (2x)2= 4,7.10─6
Dus x = 1,06.10-2 mol
Bij vraag b loopt ik vast en heb ik geen idee hoe ze op 1,06x10^-2 komen..
Zou iemand mij hierbij willen helpen? Alles wat groen is dat snap ik.
Volgens de toelichting bij tabel 45a in BINAS is een zout matig oplosbaar wanneer in 1,0
liter water minder dan circa 0,1 mol, maar meer dan circa 0,01 mol van het zout oplost.
Calciumhydroxide, Ca(OH)2 , is een matig oplosbaar zout. De verzadigde oplossing van dit
zout in water heet kalkwater en wordt veel als reagens gebruikt. Voor het maken van
kalkwater overgiet men een schep calciumhydroxide met water; de witte suspensie die
ontstaat ("kalkmelk") wordt vervolgens geschud en gefiltreerd.
a. Geef de vergelijking volgens welke calciumhydroxide oplost in water.
Ca(OH)2(s) Ca2+(aq) + 2OH─(aq)
b. Bereken met behulp van tabel 46 hoeveel mol calciumhydroxide maximaal oplost in
1,0 L water.
Ks = [Ca2+].[OH-]^2= 4,7.10^-6
Stel x mol lost op: x. (2x)2= 4,7.10─6
Dus x = 1,06.10-2 mol
Bij vraag b loopt ik vast en heb ik geen idee hoe ze op 1,06x10^-2 komen..
Zou iemand mij hierbij willen helpen? Alles wat groen is dat snap ik.
- Pluimdrager
- Berichten: 3.505
Re: Oplosbaarheid
Stel dat in 1 L water x mol Ca(OH)2 oplost volgens Ca(OH)2↔Ca2+(aq)+2OH-(aq), dan geldt voor het oplosbaarheidsproduct Ks dat Ks = [Ca2+]⋅[OH-]² = x⋅4x² = 4x³ = 4,7⋅10-6, dus x³ = 1,175⋅10-6, dus
\(x=\sqrt[3]{1,175}\cdot 10^{-2} mol/L\approx 1,06\cdot 10^{-2} mol/L\)
"Mathematics is a gigantic intellectual construction, very difficult, if not impossible, to view in its entirety." Armand Borel
- Moderator
- Berichten: 5.238
Re: Oplosbaarheid
Opmerking moderator
Verplaatst naar het forum "Huiswerk en Practica".
Niet geschoten is altijd mis, en te snel schieten vaak ook.
Ik ben intelligent want ik weet dat ik niks weet. Socrates
Ik ben intelligent want ik weet dat ik niks weet. Socrates