(Genetische) associatie tussen M. Hashimoto en schildklierhormoonresistentie?

Moderator: ArcherBarry

Reageer
Berichten: 303

(Genetische) associatie tussen M. Hashimoto en schildklierhormoonresistentie?

Dag,

Schildklierhormoonresistentie is een zeldzame aandoening die meestal wordt veroorzaakt door een loss-of-function-mutatie in het THRB-gen op de p24.2-regio van chromosoom 3. Nu heb ik -als fellow bij de Endocrinologie- in korte tijd twee nieuwe schildklierhormoonresistentiegevallen voorbij zien komen en viel op dat beide patiënten ook M. Hashimoto hadden. Ook in het NEJM in 2005 (S. Fukata et al.) staat een stuk, getiteld "Resistance to Thyroid Hormone in Hashimoto's Thyroiditis", waarin vooral wordt ingezoomd op de valkuilen voor herkenning, maar de eventuele associatie wordt weggewuifd als "(...) the coexistence of resistance to thyroid hormone and Hashimoto's thyroiditis is fortuitous".
Nu vroeg ik me af of dit inderdaad "dom toeval" is of dat er misschien een plausibele associatie tussen beide aandoeningen bestaat. Zo leverde enig speurwerk op dat het SATB1-gen, betrokken bij immuuntolerantie (zie o.a.: M. Kondo et al. SATB1 Plays a Critical Role in Establishment of Immune Tolerance. J Immunol, 2016) en eerder geïmpliceerd in het ontstaan van schildklierauto-immuniteit (zie o.a.: S. McLachlan et al. A Role for Satb1 in Thyroid Autoimmunity? Thyroid, 2018) gelokaliseerd is op de p24.3-regio van chromosoom 3, opvallend dichtbij gelegen. Natuurlijk blijft het speculeren geblazen en is schildklierhormoonresistentie, zeker in associatie met M. Hashimoto, te zeldzaam om in grote groepen te onderzoeken, maar ik heb het gevoel dat er meer speelt op de achtergrond dan tot op heden wordt aangenomen.
Graag hoor ik jullie overwegingen!

Dank en groet,
Philip Voets

Berichten: 303

Re: (Genetische) associatie tussen M. Hashimoto en schildklierhormoonresistentie?

Het gelijktijdig voorkomen van M. Hashimoto en schildklierhormoonresistentie, overigens eerder wel beschreven, maar nooit uitgediept, wordt geschat op 1 op 1.300.000 geboorten (L. Guerra-Arguero et al., 2011). Een snelle rekensom (namelijk vermenigvuldiging van de geschatte incidenties van beide aandoeningen) leert: 1/100 x 1/50.000 = 1/5.000.000. Dat betekent dus dat het daadwerkelijk samen waargenomen aantal (1/1,3)/(1/5) = 3,8x zo hoog ligt als mag worden aangenomen o.b.v. de epidemiologie...

Reageer