ik snap de formule voor de variantie niet helemaal.
In mijn cursus staat:
De variantie (s²) is de belangrijkste maat die de spreiding van de waarnemingen weergeeft en wordt ook nog de kwadratensom genoemd. Het is de gemiddelde gekwadrateerde afwijking van elke waarde tov de gemiddelde waarde.
s² = (Σi = 1 n (x1 - x¯))/(n-1) (hier staat de formule duidelijker: http://remmelt.com/OR/algemeen_spreidingsmaten.png)
De som van de kwadraten wordt gedeeld door n-1, dit is het aantal onafhankelijke verschillen of vrijheidsgraden (df). het parametrisch gemiddelde (populatiegemiddelde, µ) is niet gekend en het steekproefgemiddelde (x) is de beste benadering (schatting) van het parametrisch gemiddelde (µ), één verschil ligt daardoor vast waardoor er nog n-1 onafhankelijke verschillen overblijven.
Ik snap niet waarvan de n-1 in de noemer komt. Ik heb al op verschillende sites gekeken, maar het lukt niet om het te snappen.
In het stukje tekst dat ik gekopieerd heb staat dus: "variantie = gemiddelde gekwadrateerde afwijking van elke waarde tov de gemiddelde waarde". Ik zou dan verwachten dat dat zo berekend wordt:
Afwijking van elke waarde tov de gemiddelde waarde = elke waarde aftrekken van de gemiddelde waarde
Gekwadrateerde = die waarden kwadrateren (
![Razz :P](./images/smilies/icon_razz.gif)
Gemiddelde = alle waarden die je dan hebt optellen en delen door het aantal waarden
Tenzij ik mis ben, is dat dezelfde formule, maar dan met "n" in de noemer ipv "n-1".
Ik heb zo het vermoeden dat het tweede stukje tekst er iets mee te maken heeft, maar daarvan snap ik eigenlijk niet al te veel. Ik begrijp wel dat als het gemiddelde en n-1 variabelen gekend zijn, de nde variabele eigenlijk ook bekend is, maar ik snap niet wat het verband tussen dat en de noemer van de formule voor variantie is. Kan er iemand mij dat uitleggen aub?
In ieder geval al bedankt voor het lezen van mijn vraag
![Knipoog ;)](./images/smilies/icon_e_wink.gif)
Groeten,
Laura.