splitsen van werkwoorden

Moderator: Rhiannon

Forumregels
(Middelbare) school-achtige vragen naar het forum "Huiswerk en Practica" a.u.b.
Zie eerst de Huiswerkbijsluiter
Reageer
Berichten: 1

splitsen van werkwoorden

Bij een werkwoord als ingaan, wordt werkwoord opgesplitst in een zin als "hij besloot het bos in te gaan". Heeft dit verschijnsel een naam (bijvoorbeeld inversie) en is er een regel voor?
Alvast dank.

Berichten: 635

Re: splitsen van werkwoorden

Vraag het eens aan een docent, die buitenlanders les geeft in de NLse taal.
Deze mensen lopen hier regelmatig bewust tegenaan.
Wat denk je van "hij besloot in het bos bosbessen te gaan plukken.
Maar dan moet hij eerst het bos ingaan of in gaan"?

Gebruikersavatar
Moderator
Berichten: 4.363

Re: splitsen van werkwoorden

Werkwoorden die, zoals jij zegt, gesplitst kunnen worden, noem je samengestelde werkwoorden. Dit zijn werkwoorden die eigenlijk uit 2 losse woorden bestaan die aan elkaar geplakt zijn.
Voorbeelden zijn: uitslapen (uit en slapen), opbellen (op en bellen), onderzoeken (onder en zoeken), overleven (over en leven) enz.

Je kunt de samengestelde werkwoorden onderscheiden in twee types, namelijk scheidbaar samengestelde werkwoorden en onscheidbaar samengestelde werkwoorden. Als je werkwoorden in een zin wilt zetten, moet je ze vervoegen. Dat betekent dat je ze een beetje moet veranderen, zodat ze in de zin passen. Je vervoegt een werkwoord bijvoorbeeld als je er een persoonsvorm of voltooid deelwoord van wilt maken.
Zoals het zelf eigenlijk al zegt kan het eerste type gescheiden worden wanneer je ze vervoegt en het tweede niet.

Ik geef een paar voorbeelden van zinnen waarin het scheidbare samengestelde werkwoord de persoonsvorm is, uitslapen en opbellen:

Marie sliep die morgen uit.
Bel jij je moeder op?

Je ziet hier dat de 2 delen van de samengestelde werkwoorden van elkaar gescheiden worden. Een zin als 'Marie uitsliep die morgen' of "Opbel jij je moeder' is een foute zin. Als we voltooid deelwoorden maken van de samengestelde werkwoorden dan worden de zinnen:

Marie heeft die morgen uitgeslapen.
Heb jij je moeder opgebeld?

Hier is het voorvoegsel 'ge-' in het midden gezet.

Als het gaat om onscheidbaar samengestelde werkwoorden blijven de delen altijd aan elkaar geplakt en worden nooit gescheiden, ook niet als je ze vervoegt.Toch bestaan deze werkwoorden wel uit 2 losse woorden, bijvoorbeeld zoals hierboven al gemeld onderzoeken en aanbidden. Voorbeelden hiervan zijn:

Marie onderzocht haar familiegeschiedenis.
Overleefde jij die val ?

En als voltooid deelwoord:

Marie heeft haar familiegeschiedenis onderzocht.
Heb jij die val overleefd?

Deze werkwoorden blijven dus gelijk als ze vervoegd worden en ook het voltooid deelwoord heeft geen extra voorvoegsel (zoals ge-) heeft gekregen.

Je kunt vaak al bij de infinitief horen of het om een scheidbaar of onscheidbaar samengesteld werkwoord is. Bij de eerste ligt de klemtoon op het eerste deel van het werkwoord, het voorvoegsel, en bij het tweede op het tweede deel, het werkwoord.

'uit-slapen
'op-bellen
onder'zoeken
over'leven

Ik hoop dat het wat duidelijker is geworden zo.
Contra principia negantem disputari non potest.

Berichten: 635

Re: splitsen van werkwoorden

Ik meende, dat het te maken heeft met naamvallen. Zo zou het dan heten.
'in het bos' is een plaatsbepaling: datief, derde naamval, echter zonder verbuiging.
'het bos in' geeft een richting aan: acusatief, vierde naamval.

In het Engels 'to' tegenover 'into'
Het is iets dergelijks.

Maar ik ben echt niet zeker van mijn zaak. Bij 'opbellen' zie ik niet duidelijk een richting.

@Rhiannon:
Is het 'ik zuig stof' of ik 'stofzuig'?
Ook hier is sprake van splitsing van een werkwoord maar toch wel van een andere orde.
Hier speelt een voorzetsel dat een 'achterzetsel' wordt, geen rol.
Ook een omkering.
Overigens, 'ik zuig stof' lijkt me om twee redenen fout: taalkundig en technisch: niet ik maar de stofzuiger zuigt.

Gebruikersavatar
Moderator
Berichten: 4.363

Re: splitsen van werkwoorden

Stofzuigen is een onscheidbaar samengesteld werkwoord. Dus stofzuigen wordt niet gescheiden in tegenwoordige tijd, verleden tijd en voltooid deelwoord. Bovendien wordt het deel 'zuigen' zwak vervoegd, hoewel 'zuigen' zelf sterk wordt vervoegd.

Ik stofzuig de kamer (onvoltooid tegenwoordige tijd)
Ik stofzuigde de kamer (onvoltooid verleden tijd)
Ik heb de kamer gestofzuigd (voltooid tegenwoordige tijd).

Zie ook: https://taaladvies.net/stofzuigen-stofg ... stofzuigd/

De samenstelling heeft niets te maken met naamvallen, maar met het feit dat een woord is samengesteld met als tweede deel een werkwoord en als eerste een bijwoord, bijvoeglijk naamwoord of zelfstandig naamwoord: overdrijven, hardlopen, huishouden. Grammaticaal gezien is het dus een samenstelling.

Lees verder:
https://onzetaal.nl/taalloket/samengesteld-werkwoord
https://taaladvies.net/gebruikmaken-of-gebruik-maken/
Contra principia negantem disputari non potest.

Reageer